Spreekangst is een niet-reële angst. Het is een angst die tot stand komt door uw eigen specifieke manier van denken. Door uw denkproces, dat in het verleden geprogrammeerd is, creëert u voor zichzelf een bepaalde emotie, hier spreekangst.
Die spreekangst wordt in stand gehouden door terugkerende patronen. Wanneer u in een gelijkaardige situatie terecht komt als die die u spreekangst heeft veroorzaakt, wordt u meteen teruggetrokken in die beperkende ervaring. Door het foutieve denkpatroon dat hierbij ontstaat, komt u terecht in een nefaste vicieuze cirkel die op lange termijn uw spreekangst zal versterken.
De meest voorkomende foutieve denkpatronen die tot spreekangst leiden, zijn:
#1 Uw aandacht is naar binnen gericht
Het meest voorkomende denkpatroon is het denken in zichzelf.
"Wat zullen ze van mij denken?", "Wat ga ik straks hierop zeggen" enz... Deze denkpatronen sluiten ons af van onze gesprekspartner en doen ons richten op ons intern proces - op onze spreekangst. In communicatie, in een gesprek gebeurt het heel vaak dat mensen meer gericht zijn op zichzelf dan op de ander. Ze denken meer na over wat ze straks gaan zeggen dan effectief te luisteren naar de ander. Er draait dan een molentje met allerhande beperkende overtuigingen.
Bijvoorbeeld:
- 'Ik weet niet wat ik straks moet zeggen.'
- 'Wat ga ik daar moeten op zeggen?'
- 'Gaat het wel goed overkomen wat ik zeg?'
- 'Mijn humor zal waarschijnlijk niet klinken.'
- 'Gaan ze mij leuk vinden om wat ik zeg?'
- 'Is het wel zinvol wat ik zeg?'
- 'Wat ik vertel interesseert anderen toch niet.'