De 3 denkfouten van spreekangst

Spreekangst is een frequent voorkomend probleem. Het komt zowel voor bij het spreken voor een groep als in eenvoudige één-één relaties, bij vriendenrelaties, bij familie, op het werk. Ook praten in een team bezorgt veel mensen spreekangst. Maar spreekangst ontstaat wanneer beperkende ervaringen uit het verleden leiden tot denkfouten. Wij bekijken de 2 vaakst voorkomende denkfouten die u maakt.
Door denkfouten komt u terecht in de vicieuze cirkel van spreekangst Door denkfouten komt u terecht in de vicieuze cirkel van spreekangst

Spreekangst is een niet-reële angst. Het is een angst die tot stand komt door uw eigen specifieke manier van denken. Door uw denkproces, dat in het verleden geprogrammeerd is, creëert u voor zichzelf een bepaalde emotie, hier spreekangst.

Die spreekangst wordt in stand gehouden door terugkerende patronen. Wanneer u in een gelijkaardige situatie terecht komt als die die u spreekangst heeft veroorzaakt, wordt u meteen teruggetrokken in die beperkende ervaring. Door het foutieve denkpatroon dat hierbij ontstaat, komt u terecht in een nefaste vicieuze cirkel die op lange termijn uw spreekangst zal versterken.

De meest voorkomende foutieve denkpatronen die tot spreekangst leiden, zijn:
 

#1 Uw aandacht is naar binnen gericht

Het meest voorkomende denkpatroon is het denken in zichzelf.

"Wat zullen ze van mij denken?", "Wat ga ik straks hierop zeggen" enz... Deze denkpatronen sluiten ons af van onze gesprekspartner en doen ons richten op ons intern proces - op onze spreekangst. In communicatie, in een gesprek gebeurt het heel vaak dat mensen meer gericht zijn op zichzelf dan op de ander. Ze denken meer na over wat ze straks gaan zeggen dan effectief te luisteren naar de ander. Er draait dan een molentje met allerhande beperkende overtuigingen.

Bijvoorbeeld:

  • 'Ik weet niet wat ik straks moet zeggen.'
  • 'Wat ga ik daar moeten op zeggen?'
  • 'Gaat het wel goed overkomen wat ik zeg?'
  • 'Mijn humor zal waarschijnlijk niet klinken.'
  • 'Gaan ze mij leuk vinden om wat ik zeg?'
  • 'Is het wel zinvol wat ik zeg?'
  • 'Wat ik vertel interesseert anderen toch niet.'
 
De self-fulfilling prophecy van doemdenken zorgt ervoor dat de slechte toekomst ook realiteit wordt De self-fulfilling prophecy van doemdenken zorgt ervoor dat de slechte toekomst ook realiteit wordt

#2 U voorspelt de toekomst

Een tweede denkpatroon dat tot spreekangst leidt is het denken in het kader van wat je niet wilt tegenkomen in plaats van wat je wel wilt tegenkomen. Denken in het kader van vermijden in plaats van doelen. Denkbeelden zoals 'ik moet zorgen dat ik niet afga of dat ik geen flater bega'.

Hoe meer je denkt in kader van wat je niet wil , hoe groter de kans dat je ook zult falen. Denken in het kader van 'ik mag niet falen' zal ervoor zorgen dat dit wél gebeurt. Als je positief denkt, wordt jouw realiteit positief, denk je negatief, dan krijg je negatieve zaken op een schoteltje cadeau. Dus, om spreekangst te vermijden: DENK POSITIEF over uw spreken!

#3 U bent niet aanwezig in het nu

Uw denken is niet in het hier en nu, maar u verspringt van het heden naar het verleden naar de toekomst. Door deze manier van functioneren en denken geeft u onvoldoende aandacht aan de gesprekspartner. Dit patroon blokkeert de interactie en de externe communicatie naar de ander. Op die manier werkt u uw spreekangst in de hand en komt u in een vicieuze cirkel terecht.

Wanneer uw hoofd niet in het heden aanwezig is, blokkeert de communicatie met uw gesprekspartner Wanneer uw hoofd niet in het heden aanwezig is, blokkeert de communicatie met uw gesprekspartner

Wilt u meer weten over spreekangst, een individuele begeleiding volgen, deelnemen aan een workshop... contacteer ons hier, of neem een kijkje in ons aanbod

Klik hier om te spreken zonder stress

De aanpak is helemaal anders; er wordt constructief gewerkt. Je vertrekt vanuit jouw sterke kanten. Je mindere kanten worden benoemd, maar worden niet extra in de kijker gezet. Zo wordt er gebouwd op die minder goede kanten om die naar een hoger niveau te tillen, en omgekeerd, om je sterke kanten nog uit te vergroten.

Naam, functie